Informatie
Onderstaand vind u alle informatie per ras :
gladhaar-eenkleurig
gladhaar-agouti
gladhaar-tekening
gladhaar-satijn
engels-gekruind
amerikaans-gekruind
borstel
us-teddy
ch-teddy
rex
alpaca
coronet
peruvian
lunkarya
sheltie
merino
texel
skinny
Voeding:
De cavia is een planteneter die een zeer lang spijsverteringskanaal heeft en is een lastige en kieskeurige eter.
De cavia mist een enzym om in zijn lichaam vitamine C aan te maken en daarom moet iedere dag voldoende vitamine C (20-40mg) in het voedsel aanwezig zijn.
Een cavia eet ongeveer 80 maaltijden per etmaal, daarom is het belangrijk dat een cavia nooit zonder eten mag zitten.
Hij eet:
- Ongeveer 40 gram krachtvoer per dag (caviavoer)
- Vers drinkwater
- Goede kwaliteit hooi
- Groente en fruit, u mag alles geven wat de cavia lust en op eet. Wees wat voorzichtig met ui en prei, dit kan gaan opspelen in de darmen en pijn veroorzaken. Geef iedere keer wat anders, dan is het iedere keer weer een verrassing wat er te eten is.
Verzorging:
De cavia moet iedere dag verzorgd worden maar bovendien ook de nodige aandacht krijgen. De verzorging bestaat uit het controleren en bekijken van het dier.
- De neus en ogen van een cavia moeten schoon en droog zijn.
- Bij gladharen moet de beharing glad aanliggen en zoveel mogelijk glans vertonen en een vitale indruk maken.
- Het is belangrijk op te letten of de cavia zich normaal gedraagt en niet apathisch in een hoekje blijft hangen.
- De meeste cavia’s komen naar de deuropening om het aangeboden voedsel in ontvangst te nemen en maken daarbij behoorlijk lawaai.
- Cavia’s kunnen in tegenstelling tot konijnen niet tegen vasten en moeten dus altijd ruim in het voer “zitten”. Ze eten in verhouding van hun lichaam even veel als een middenmaat konijn en dat is veel.
- Verwijder overtollig eten en controleer of de ontlasting de juiste vorm heeft. Diaree verraadt zich snel door de onmiddellijk herkenbare geur. Dit moet onmiddellijk behandeld worden.
- Langhaar exemplaren, moeten regelmatig geborsteld worden. Indien nodig kan de cavia gewassen worden met een milde shampoo. Een goede hondenshampoo voldoet in de meeste gevallen het beste. Voor langharen is een crèmespoeling en/of conditioner vaak nodig om de wat droge haarpunten te voeden zodat deze niet afbreken.
Huisvesting:
Alvorens tot de aanschaf van een kooi of hok over te gaan moet men bepalen of men één of meerdere cavia’s wil gaan houden.
Zoals bekend is een cavia een koloniedier bij uitstek en hij/zij voelt zich beter met gezelschap dan zonder. Toch behoeft het niet altijd een soort genoot te zijn, een dwergkonijn is ook een goede vervanger.
Plaats men een paartje bij elkaar, dan krijgen ze onvermijdelijk 4 maal per jaar jongen. Het is echter heel goed mogelijk om meerdere dieren van gelijke sekse bij elkaar onder te brengen.
Zeugen zijn in de regel verdraagzaam tegen elkaar maar toch is er een rangorde in de groep terug te vinden.
Langhaar- en rexberen zijn over het algemeen erg verdraagzaam tegen elkaar. Ze moeten dan wel met elkaar opgroeien, over voldoende ruimte beschikken en er moet geen zeug in de onmiddellijke omgeving zijn geplaatst.
Over het algemeen is het beter jonge dieren bij elkaar te plaatsen, of een jong dier bij een ouder exemplaar te zetten. Op deze manier is de kans op vechten bijzonder klein. Een cavia kan ook in zijn eentje bijzonder gelukkig zijn, zeker als hij of zij voldoende aandacht krijgt van zijn baasje.
De minimale kooimaat voor een cavia is 80 cm lengte, 40 cm hoogte en breedte. De hoogte is niet zo belangrijk, uiteraard mag de kooi groter zijn. De kooien kunnen gekocht worden in een dierenspeciaalzaak maar ook zelf worden gemaakt. Ga eens op bezoek bij wat fokkers om ideeën op te doen.
Het hok of de kooi moet minimaal 1 x per week worden schoon gemaakt. Als bodembedekking kan houtvezel aangevuld met hooi worden gebruikt. Bij zwaardere dieren is het aan te bevelen boven op de houtvezel wat stro aan te brengen. Dit kan dan dienen als een soort zeef waardoor minder haarbeschadigingen (dun behaarde buik) worden opgelopen.
De drinkfles moet regelmatig worden verschoond, idem de voerbak. Het is aan te raden om het gehele hok na het schoonmaken te desinfecteren. Controle op ongedierte zoals haarmijten, haarluizen, schimmels en schurftmijten moeten ook een regelmatige terug kerende handeling zijn.
Gezondheid:
Bij een goede verzorging en huisvesting zal de cavia zelden ziek worden.
In de zomer maanden is de mogelijkheid van ongedierte aanwezig. Controle hierop moet 1x per week plaats vinden. Het kan bijv. haarluis, schurft of schimmel zijn maar deze kunnen allemaal goed behandeld worden.
Pas op met een schimmelinfectie deze kan besmettelijk zijn voor de mens.
Doorgroeiende tanden en kiezen zijn een ernstig probleem omdat de cavia niet meer voldoende of helemaal niet meer kan eten. Het kan ontstaan zijn door een vitamine C tekort, erfelijke factor of verkeerde voeding.
Het bijhouden van een gewichtstabel kan soms eerder een uitsluitsel geven dan dat de ogenmaat aan geeft.
Oogverwondingen kunnen het beste behandeld worden met wat oogzalf en na een week zie je al een verbetering optreden.
Abcessen komen vaak voor op de voorkant van de cavia en deze zijn vaak ontstaan van gedroogde distel die soms in het hooi voorkomen.
Ga bij ziekte of twijfel over de gezondheid zo spoedig mogelijk naar een deskundige of een dierenarts die veel van cavia’s af weet. Pas op met zelf dokteren en laat indien
nodig sectie verrichten om een doodsoorzaak vast te stellen.
Fokken:
Fokken met cavia’s is leuk als alles goed gaat, maar ik heb wel eens tranen met tuiten zitten huilen bij het verlies van een voor mij zeer bijzondere cavia waarvan ik graag nakomelingen had willen hebben.
Een cavia is een vruchtbaar diertje, maar niet zo als een muis of een konijn. Als ze in een goede conditie zijn dan is het mogelijk om 4 nesten per jaar te krijgen. Er kan in elk jaargetijde met deze dieren gefokt worden.
Wel is het belangrijk bij de geboorte en opgroei van de jongen te letten op een goede omgevingstemperatuur. De gemiddelde tijd dat men met een zeug kan fokken is ongeveer 3 jaar.
De beren kunnen langer ingezet worden in de fok. Het is beter om de beren in de productie te houden en niet te lang uit de fokkerij te houden.
Fokstellen moeten vooral in een goede conditie zijn maar niet te dik omdat er dan vaak geen bevruchting plaats vind.
Ook voor de eind van de dracht in verband met zwangerschapvergiftiging is overvetting vaak een probleem.
Als de jongen ongeveer 4-6 weken oud zijn een 300 gram wegen is het beter om de beertjes uit het nest te halen om vroegtijdige dekkingen tussen broer en zus te voorkomen. De normale leeftijd om een zeug in te zetten is vanaf 7 maanden leeftijd.
Ze moet in ieder geval haar eerste jongen gehad hebben voor haar eerste verjaardag. Bij een oudere zeug die nog nooit jongenheeft gehad zijn de bekken zo uitgehard, dat ze met het werpen moeilijkheden kan krijgen met het passeren van de jongen door het bekken.
De zeug wordt eenmaal in de 16-18 dagen bronstig. Tijdens deze enkele uren durende bronst breekt het vlies dat anders de vagina afsluit, waardoor een dekking kan plaats vinden.
Na de dekking wort door middel van een dekkingsprop de vagina afgesloten. Over het algemeen paren jonge dieren veel vlotter dan overjarige dieren. Omdat men nooit weet wanneer een zeug is gedekt, is het moeilijk wat de juiste geboorte datum zal zijn.
Pas op ¾ deel van de dracht begint de zeug een buikje te krijgen. De dracht is relatief gezien erg lang, namelijk tussen de 67 en 70 dagen, afhankelijk of de zeug nog een nest aan het voeden is.
Goede voeding, rust en een verdubbeling van vitamine C is een noodzaak om de dracht tot een goed einde te brengen. Als de beer bij de zeug wordt gelaten zal ze binnen 24 uur na de geboorte van de jongen weer gedekt worden.
De beer neemt niet actief deel aan de verzorging van de jongen maar zal ze ook geen kwaad doen. Hij kan dus bij het nest blijven als we meer jongen willen en de moeder dit aan kan, anders moet hij voor de geboorte reeds uit de kooi of het hok worden gehaald.
Als de jongen de eerste twee dagen bij hun moeder nog melk hebben gedronken is het mogelijk om ze met de hand bij te voeren met bijv. een papje van volle melk met rijstebloem of Bambix. Wel zorgen voor voldoende vitamines en kalk.
Over zetten bij een zeug met jongen van dezelfde leeftijd kan ook goed gaan.
Met andere woorden fokken is leuk maar je moet wel weten waar een te veel aan jongen naar toe moeten.
Verzorging:
De cavia moet iedere dag verzorgd worden maar bovendien ook de nodige aandacht krijgen. De verzorging bestaat uit het controleren en bekijken van het dier.
- De neus en ogen van een cavia moeten schoon en droog zijn.
- Bij gladharen moet de beharing glad aanliggen en zoveel mogelijk glans vertonen en een vitale indruk maken.
- Het is belangrijk op te letten of de cavia zich normaal gedraagt en niet apathisch in een hoekje blijft hangen.
- De meeste cavia’s komen naar de deuropening om het aangeboden voedsel in ontvangst te nemen en maken daarbij behoorlijk lawaai.
- Cavia’s kunnen in tegenstelling tot konijnen niet tegen vasten en moeten dus altijd ruim in het voer “zitten”. Ze eten in verhouding van hun lichaam even veel als een middenmaat konijn en dat is veel.
- Verwijder overtollig eten en controleer of de ontlasting de juiste vorm heeft. Diaree verraadt zich snel door de onmiddellijk herkenbare geur. Dit moet onmiddellijk behandeld worden.
- Langhaar exemplaren, moeten regelmatig geborsteld worden. Indien nodig kan de cavia gewassen worden met een milde shampoo. Een goede hondenshampoo voldoet in de meeste gevallen het beste. Voor langharen is een crèmespoeling en/of conditioner vaak nodig om de wat droge haarpunten te voeden zodat deze niet afbreken.
Show klaar maken:
Het show klaar maken van de cavia is een vak apart. De inzender kan zelf een heleboel doen om het predikaat van zijn dier omhoog of omlaag te krijgen. Te vaak wordt een dier zo uit zijn hok gehaald en ingezonden.
Selectie van het tentoonstellingsdier moet bij de cavia reeds vanaf de geboorte beginnen. Kijk regelmatig uw dier na en neem ze zo vaak mogelijk in de hand.
Aai de gladhaar cavia stevig over de beharing en stel het dier op zijn gemak. Door het aaien verliest de cavia zijn oude haren en dit kan dan geen jeuk meer geven. ook krijgt u meer glans op de beharing.
Het klinkt wat vreemd, maar praat tegen uw cavia. Als de keurmeester het dier in de toekomst moet keuren, dan geeft deze dit mondeling door aan de schrijver wat hij/zij van de cavia vindt. De schrijver schrijft alles op een keurbriefje welke later aan de kooi wordt bevestigd. Op de gemengde tentoonstellingen kunnen bijvoorbeeld kraaiende hanen en het opbouwen van de show veel geluid geven zodat de keurmeester hard moet praten. Leer uw cavia aan allerlei vreemde geluiden zodat ze kunnen wennen hieraan. Zet af en toe de radio eens aan en speel dan met het volume. Bedenk zelf ook eens wat mogelijkheden, bijv. zagen en timmeren in de directe omgeving. Ook de witte keurjas kan problemen opleveren. Vang dit op door het dier in de hand te nemen als u een witte blouse of overhemd aan heeft. Draai het dier ook af en toe eens om zodat het leert dat zijn buik tijdens de keuring bekeken zal worden.
Bij het tentoonstellen van de cavia is een eerste vereiste dat het dier gezond en schoon is. Een goede gezondheid wordt verkregen door een goede verzorging en voeding. Schoon houden betekent niet alleen baden, maar ook het schoonmaken van nagels, oren en ogen. Een schone kooi zonder mest, stof en ongedierte is dan ook een noodzakelijk voor een gezonde en schone cavia. Een bad een week voor de tentoonstelling is goed voor de beharing en verwijdert het vet, zoals dat zich in de beharing verzameld. Bovendien hebben beren een vetklier op her achterste puntje van het lichaam; deze moet ook worden schoongemaakt. Er kan zich een klein korstje op de vetklier bevinden zodat voorzichtigheid geboden is bij het verwijderen hiervan.
Baden helpt ook voor het verwijderen van huidschilfers die bij lichtgekleurde dieren zoals wit, crème, lilac, beige en goud veelvuldig voor komen. Ook voor donker gekleurde dieren is een bad met een goede shampoo noodzakelijk.
Controleer de tanden of deze goed afslijten en handel onmiddellijk als hier iets mis mee is. Het regelmatig wegen van de cavia, en hiervan een tabel maken, kan soms eerder uitslag geven of er iets mis is dan het oog kan zien.
Het is voor een inzender erg jammer dat zijn dieren door het slechte voorbrengen een laag predikaat krijgen. Voor de desbetreffende keurmeester is het ook niet leuk om ze te moeten keuren omdat het vaak wel om goede dieren gaat. Maar voor dieren in een slechte conditie kan je nooit een hoog predikaat geven.
Inkooien:
Als de cavia naar de show gaat is het goed om de volgende dingen mee te nemen zodat U uw cavia optimaal achterlaat voor de keuring van de volgende dag.
Voor de kooi; houtvezel, hooi en eventueel een waterfles + elastiekje of een waterbak.
Voor de cavia; voer, groente en/of fruit en een borstel of iets anders wat U gewend bent om uw cavia show klaar te maken. Let op dat groente en fruit niet af geven van kleur aan uw cavia. Dus geen worteltjes voor de keuring geven.
Voor langharen is het beter om schotje te hebben in de kooi, zodat de papillotten beschermd zijn voor beschadigingen. Een schotje is ook goed voor een beer die naast een leuke zeug is ingekooid om neusbeharing te beschermen. Stel uw cavia op zijn gemak en ga pas weg als alles goed is en U tevreden bent.
Oornummers:
Als de cavia is ingeschreven voor een tentoonstelling ontvangt U een label per cavia bestemd voor uw verzendmateriaal. Op dat label staat het kooi nummer waarin uw cavia tijdens de show zal zitten. Door de organisatie moeten ook de “oornummers” worden verstrekt. Dit wordt niet altijd gedaan en daarom moet de inzender bij het ontbreken hiervan zelf een oornummer maken. Dit oornummer bestaat uit een stukje leukoplast pleister van ongeveer 1 bij 2 cm met daarop het kooinummer geschreven met een blauwe balpen. Diskwalificatie volgt als het met een andere kleur is geschreven of een ander soort nummer wordt gebruikt. Bovendien moet dit op het linkeroor worden geplakt, maar wat is het linker oor? Plaats de cavia met zijn achterste naar uw toe en de kop is dan van U af, links zit dan het linker oor.
Let goed op dat U eerst het oor vetvrij maakt en dat er geen haren van de bovenzijde worden mee geplakt. Plak het oornummer horizontaal en vouw het niet over de oorranden heen. Een oornummer die goed geplakt is, is geen probleem voor uw cavia, maar een verkeerd of niet goed geplakt nummer veroorzaakt irritatie. Uw cavia zal net zo lang krabben tot de plakker niet meer op het oor zit. Dit kan leiden tot een beschadiging van de omliggende huid en haren. Nadat de show is geweest moet U dit nummer verwijderen, voordat de cavia weer in zijn hok terug gezet wordt. Indien nodig kan op de plak waar het oornummer heeft gezeten wat zalf worden gesmeerd als er een irritatie is ontstaan.
Het is belangrijk om uw cavia van een oornummer te voorzien omdat anders vergissingen goed mogelijk zijn op de shows. Ook het tentoonstellingsreglement eist dat deze oornummers op het linkeroor wordt geplakt.
Vervoer:
Voor het vervoer van de cavia naar een tentoonstelling is het aan te raden om een aparte vervoerskist te maken of te kopen. Vraag aan een ervaren fokker of een van de bestuursleden wat het beste is of koop er een op de tentoonstelling.
Maak wel verschil tussen de maat van het vervoer in de zomer of de winter en neem een iets te ruime vervoerskist voor Rexen, U.S. Teddy’s en de langharen.
Plaats in een schone kist schoonmateriaal, zoals zaagsel en stofvrij hooi. Voor langharen worden soms handdoeken gebruikt. U moet zelf even uitzoeken waar uw cavia’s het schoonst en droogst in blijven. Na afloop van het gebruik is het beter om alle verzendmateriaal onmiddellijk te verwijderen en de kist schoon weg te zetten. Zo kan het geen opslag worden van ongedierte. Vooral stofluis ontstaat in oud verzend-materiaal en zal zeker het uiteindelijke predikaat omlaag brengen. Een schone verzendkist
is een noodzaak.
Een goede ventilatie is een noodzaak bij warm weer, maar pas op voor tocht. Plaats eventueel bij de ventilatieopening een extra balkje zodat er altijd lucht bij de dieren kan komen ondanks dat de kisten dicht op elkaar staan bij bijvoorbeeld gezamenlijk vervoer. In de zomermaanden moet er veel ruimte zijn zodat er geen oververhitting van het dier kan ontstaan. Bij warme dagen kunnen koelelementen een uitkomst brengen om de temperatuur iets te doen dalen. Ook een plastiek flesje met koud of bevroren water kan worden gebruikt maar vul niet de gehele fles omdat bevroren water uitzet. Auto’s met airco zijn voor vele fokkers een uitkomst voor transport van cavia’s in de zomermaanden.